
Vijftien jaar geleden trad Theo Inniger, een Amsterdammer in Brabant, aan bij Theater Speelhuis. Binnenkort zwaait hij af als directeur. In zijn tijd in Helmond bouwde Inniger voort op de reputatie van Het Speelhuis als 'intiem en huiselijk theater', waar de afstand tussen de artiesten en het publiek klein was. Inktzwart is zijn herinnering aan 29 december 2011 toen 't Speelhuis tot de grond toe afbrandde. Om vervolgens in de Onze Lieve Vrouwe kerk weer als een Feniks te herrijzen.
- Geschreven door Hans Horsten, foto's door Kasper van 't Hoff
De brand? Natuurlijk gaat het in een interview met Theo Inniger (67) ook over het inferno dat op 29 december 2011 't Speelhuis tot as reduceerde. Er zijn immers niet zo gek veel theaterdirecteuren die uit eigen waarneming kunnen vertellen hoe het is om hun eigen culturele podium in vlammen te zien opgaan. Theo draait die rolprent moeiteloos terug. Inclusief de details die pas bij nadere beschouwing in het rijk der absurditeiten thuis blijken te horen. 'Let wel, we spreken over een gebouw waar altijd ongekend veel liefde in is gestopt. Als je dat voor je ogen ziet afbranden, gaat er van alles door je heen. Dat is bijna niet te beschrijven. Natuurlijk word je daar 's nachts nog wel eens wakker van."

Ik mocht de dag na de brand naar binnen. Mijn collega zei: 'kijk of de computer met alle adresgegevens en klantinformatie nog in orde is'. Dat bleek gelukkig zo te zijn."Dit hield in dat we door konden, want nu wisten we wie er allemaal hadden geboekt en wanneer. Voor de rest ben je alleen maar verbijsterd en loop je verloren rond. Overal waadde ik door het water en de viezigheid. Totdat ik bij mijn eigen kantoor aankwam. Dat bleek nog volledig intact te zijn en zag eruit alsof ik het net verlaten had. De boekingsgegevens lagen keurig in stapels droog te zijn.'
Wierook en lichtjes
Het interview vindt plaats in het nieuwe Theater Speelhuis, dat in de fraaie Onze Lieve Vrouwe kerk is ondergebracht. Waar de spiritualiteit en mystiek van het rijke roomse leven van de muren spatten en zich mengen met hedendaagse rekwisieten, zoals een langgerekte bar en een zitje met wandbekleding van cre_pe waarin flikkerende lichtjes zijn verwerkt. Wie zijn ogen sluit en zijn zinnen de vrije loop laat, ruikt de wierook nog die omhoog kringelt. Het 'kerktheater' verwierf zich snel een plek in de harten van het publiek. Bedoeld als tijdelijke voorziening, wil het gemeentebestuur het nu een meer definitieve status geven. 'Vanaf het begin is het een groot succes geweest', merkt Theo op. 'Het bleek een prachtige oplossing waar Helmond beretrots op mag zijn. Maar als je het echt structureel maakt, zijn aanvullende ingrepen nodig. Het kassagebied is aan de kleine kant en de voor- en achterzijde van de accommodatie verdienen een opwaardering. Ook het laden en lossen moet worden aangepakt.'
Klein maar fijn
Theo kwam ruim vijftien jaar geleden naar Helmond om t Speelhuis te gaan leiden. Hij maakte toen deel uit van de directie van het Chasse Theater in Breda. Helmond had toen nog niet zo n naam, maar dat gebouw he , dat was uitzonderlijk. Dat gaf voor mij de doorslag, want ik heb iets met gebouwen. In die tijd waren de meeste nieuwe theaters schoenendozen, maar t Speelhuis was markant en sprong er uit. Toen ik de eerste keer in die theaterzaal kwam, dacht ik net als zoveel anderen dat de binnenkant gestoffeerd was. Vanaf het begin zag hij het als zijn taak om juist de sterke punten van t Speelhuis optimaal te laten uitkomen. Het was een gebouw dat zowel de gebruikers als de bezoekers als een handschoen paste. Daarom hebben we altijd speciaal ingezet op intimiteit en vriendelijkheid. Klein maar fijn. Het moest een huiselijke sfeer hebben, warmte uitstralen. Voor het publiek, maar ook voor de artiesten. Veel acteurs vonden altijd dat het lekker speelde in Helmond. Je zat als artiest midden tussen het publiek; er was weinig afstand.'

De spraakmakende architectuur van Piet Blom en het beroemde circusdoek van Har Sanders rondom het toneel lieten niemand onberoerd. Onder de cultuurmakers liep de waardering uiteen. Cabaretier Youp van t Hek vond de zaal niet bevorderlijk voor zijn toneelspel. Het is een mooi theater, maar je hebt er altijd een decor bij , beweerde hij. Jenny Arean zag door de tekortkomingen heen: Soms is het echt goochelen, maar wat een schoonheid! Het is een ludiek en prachtig theater. Opvallend was wel dat veel artiesten na afloop van de voorstelling vaak bleven hangen voor een drankje in het theatercafe . Ik vond het belangrijk om zoveel mogelijk contact tussen theatermakers en publiek tot stand te brengen. Bijna zonder uitzondering genieten artiesten van die wisselwerking en aandacht, want het zijn ook maar gewoon mensen van vlees en bloed. Sterallures ben ik weinig tegen gekomen. Wat artiesten leuk vinden is dat ze goed ontvangen worden en dat je als theaterdirecteur oog voor ze hebt. Je moet ze een beetje pamperen', want het zijn toch je gasten. Net als je bezoekers. Ik ben wat dat betreft van de oude stempel.'
Tijden veranderen
Theo heeft in de loop van de jaren wel gemerkt dat theaters van een bescheiden omvang, zoals 't Speelhuis, steeds meer zeilen moeten bijzetten om een volwassen en afgewogen programmering rond te krijgen. 'Door de voortschrijdende techniek worden voorstellingen steeds ingewikkelder. Als Theater Speelhuis kun je niet altijd voldoen aan de eisen die dat met zich meebrengt. Dat gaat me wel eens aan het hart. Vroeger stond een cabaretier bijna in zijn uppie op het podium, nu zijn het complete shows. Onder hen zijn er die zoveel decorstukken hebben dat ze alleen nog in de grote schouwburgen terecht kunnen. Een artieste als Tineke Schouten staat nog wel in Helmond, maar moet zich aardig aanpassen.'

Culturele voorkeur
De persoonlijke culturele voorkeur van Theo ligt bij muziek, toneel en dans. Op de drempel van zijn vertrek is de tijd rijp voor een terugblik. Wat was de mooiste voorstelling die hij zag in al die jaren? Ooit heb ik, in zijn nadagen, Horowitz in het concertgebouw zien optreden. Dat vond ik een belevenis. Zo n fre le man op zo n eigenzinnige manier piano te zien spelen, dat maakte een enorme indruk op mij. De Theater Speelhuisdirecteur zegt dat hij zijn interesse voor kunst en cultuur van huis uit meekreeg. Ik kom uit een Amsterdams arbeidersgezin. Mijn ouders vonden dat je als kind op zijn minst een muziekinstrument moest spelen. Dat was goed voor je ontwikkeling en daar zaten ze ook echt achteraan. Ik ben toen piano gaan spelen, mijn zusje heeft conservatorium gedaan en mijn broer oefent dagelijks hobo. Hij musiceert op een hoog amateurniveau onder andere in een Kamerorkest.
Van horeca naar theater
Via een omweg kwam Theo in de culturele wereld terecht. 'Ik heb geruime tijd in de horeca gewerkt, onder meer als directeur van een groot hotel in Amsterdam. Tijdens dat werk maakte ik constant zijsprongetjes naar de cultuur. In de horeca organiseerde ik veel optredens op dat vlak. Zo heb ik onder meer met een vriend de Prinsengracht Concerten opgezet die altijd veel belangstelling hebben getrokken. Daardoor werd ik steeds vaker gevraagd om in culturele organisaties actief te worden en raakte ik steeds meer betrokken bij de kunst. Op een gegeven moment kwam ik in een soort 'midlife crisis' terecht. Ik begon me af te vragen of ik niet uit die horeca moest stappen om in de culturele hoek iets te gaan zoeken. Daarna ging het snel. Van de ene op de andere dag heb ik gezegd: 'en nu stop ik er mee' .'

Brabantse Amsterdammers
Zijn vijftienjarig huwelijk met Helmond en de Helmonders heeft weinig ongelukkige momenten gekend. In die periode is het culturele landschap in Helmond er enorm op vooruit gegaan. De stad heeft daar stevig in gei nvesteerd. Dankzij het Kunstkwartier, het Gemeentemuseum Helmond, de nieuwe bibliotheek en nu de Cacaofabriek is er een enorme inhaalslag gemaakt."
Ik denk dat de inwoners van Helmond weinig te klagen hebben over het culturele klimaat in hun stad.
"Met die Helmonders zelf heb ik trouwens altijd goed op kunnen schieten. Ik beschouw ze als een soort Brabantse Amsterdammers. Gemoedelijk, recht door zee en een tikje een grote mond, maar wel leuk. Mij heeft dat altijd erg aangesproken.'
Dit artikel verscheen eerder in HLMND Magazine, editie maart 2014.