Zoek bijvoorbeeld naar een activiteit of pagina

Welkom bij de tweede serie van Hub! In deze podcasts van TalentHub Brabant gaan makers van verschillende kunstdisciplines met elkaar in gesprek over hun werk en hun drijfveren. Ze vertellen wat het talentontwikkelingstraject hen heeft gebracht en delen tips en tricks voor andere makers.

In deze aflevering gaan theatermaker Bram van Helden en beeldend kunstenaar Fang Mij met elkaar in gesprek. Bram maakte deel uit van de TalentHub PLAN voor de podiumkunsten. Fang deed mee aan jump!, de hub voor de beeldende kunsten. 

Ontdek alle hubs en talenten op TalentHub Brabant!

Transcriptie

Te gast in deze aflevering: Kunstenaar Fang Mij van de TalentHub jump! En Bram van Helden van PLAN, de hub voor de podiumkunsten.  

Intro: Hé, je luistert naar Hub! In deze podcast van TalentHub Brabant gaan makers uit verschillende kunstdisciplines met elkaar in gesprek over hun werk en drijfveren. Ook vertellen ze over wat het talentontwikkelingstraject dat ze deden bij TalentHub Brabant hen gebracht heeft. En ze delen tips en tricks voor makers. 

Vandaag te gast Fang Mij en Bram van Helden. Fang is schilder, tekenaar en schrijver. Ze studeerde haar akv St Joost en exposeerde haar werk, onder andere in museum Jan Cunen, museum Slager en Jan van Hoof Galerie. Bram werkt op de grens van theater en beeldende kunst. Met zijn werk bevraagt hij de centrale positie van de mens en richt hij zijn blik op ruimtes dingen en materie.  

Bram: Hé Fang!  

Fang: Hé Bram.  

Bram: Hallo, leuk je te ontmoeten. In welke TalentHub zat jij?  

Fang: Ik zat in de jump! TalentHub. Dat is de TalentHub voor beeldende kunst. Die is afgelopen september afgerond. En bij jou? 

Bram: Ik zit in PLAN. Dat is de theater TalentHub en daar zit ik nu nog één jaar in. 

Fang: Nog één jaar. 

Bram: Ja. 

Fang Mij: Hoe lang zit je daar al in? 

Bram: Ik zit er al vanaf 2019. Dat is echt lang he?  

Fang: Da's wel een tijdje, ja. 

Bram: En wat maak jij? 

Fang: Ik ben een schilder, maar daarnaast doe ik ook tekenen en schrijven. Nu voornamelijk meer schilderen, want sinds de coronacrisis is mijn werkproces heel erg vertraagd, en daar past het medium schilderen dan ook bij, omdat het een heel traag medium is. En daarnaast werk ik nu ook nog voor het eerst met textiel. Ook heel traag. Dus het is traag op traag en tijdens lockdown ook allemaal traag. Dus ik denk dat de boodschap was dat het heel erg nodig was om te vertragen nu. 

Bram: Oh, wat tof, want ik heb ik heb je werk bekeken. En ik dacht misschien is het leuk als ik even vertel hoe ik het ervaarde. De eerste keer dacht ik: hé lijnen en kleuren bij elkaar die die ik niet zo vaak bij elkaar zie. Dat was mijn eerste reactie. Maar toen ging ik me er natuurlijk wat langer in verdiepen en ging ik meer werken naast elkaar bekijken. En dat heeft echt heel veel met mijn ervaring gedaan. Toen ik al die werken naast elkaar ging bekijken, en dat beschrijf je ook ergens dat je je werk ik als familie ziet, toen vond ik het opeens bijna melancholisch worden ofzo. Ik had echt een soort van kinderboek associatie. Niet als dat het kinderlijk is, maar wel zo van dat je vroeger in van die prentenboeken echt naar andere werelden kon dromen, naar plekken waar je nog nooit bent geweest. Dan ging een boek over de jungle of zo, echt zo'n wondere wereld waar je nog nooit bent geweest. En ik had die ervaring eigenlijk ook toen ik al jou werken zo zag en ook wat meer over jou las en over je voorouders uit China.  Het leek alsof ik de werken ergens kon plaatsen, maar ik weet niet waar ik ze kan plaatsen. Het is zo'n geheime verborgen wereld die je in je diepste ergens wel kent. Dat komt misschien ook door de bekende structuren van lijnen en van weefsels. Dus ik vond die ontwikkeling in mijn ervaring eigenlijk heel mooi. 

Fang: Ik vind het wel interessant dat je dan melancholie eraan koppelt. Dat is voor het eerst dat ik dat hoor. 

Bram: Misschien komt dat omdat het een andere wereld is ofzo. 

Fang: Een soort van verlangen daarnaar? 

Bram: Ja, inderdaad, een verlangen naar waar je misschien graag wil zijn, maar niet bent. 

Fang: Bij deze beschrijving moet ik ook een beetje aan jouw werk denken. 

Bram: Nou te gek! 

Fang: Ja, want je hebt pas een voorstelling gehad ‘Bram vindt ruimte’ en die was te zien bij een Festival Cement in de Verkadefabriek. Een hele mooie voorstelling. Wil je die misschien kort introduceren?  

Bram: ‘Bram vindt ruimte’ is eigenlijk een zoektocht van mij om bij een plek uit te komen waar ik nooit ben geweest, maar waar ik wel van droom. Dus nu snap ik ook waarom je zegt ‘oh, ik moet denken aan jouw voorstelling’. En die plek is een Japanse kamer die ik alleen maar ken uit boeken en van Instagram en vanuit media. Ik ben er zelf nooit geweest. Maar het is voor mij een perfecte plek. Zo vanuit mijn Nederlandse perspectief en die kamer wilde ik heel graag grijpen. Zo en mijn eigenlijk mijn droombeeld niet verdoezelen door ja, door het droombeeld te laten. En in de voorstelling zie je hoe vanuit houten panelen en bouwmaterialen de kamer als vanzelf wordt opgebouwd. Er zijn drie performers, waaronder ik, verborgen onder alle panelen en zo ontstaat er langzaam een plek waar ik heel graag wil zijn. En aan het einde van de voorstelling wordt de illusie ook weer doorbroken en zie je dat het maar een decor is, in een theaterruimte. Dus dat het maar een illusie is, een verhaal, maar een Nederlands beeld van een Japanse kamer. 

Fang: Ja, mij meteen opviel toen ik daar zat, je voelt echt dat die ruimte, die bouwt zichzelf dus op. Maar je voelt echt dat die tot leven komt, alsof die onderdelen… En wat ook meteen de vraag was die meteen zo bij me opkwam: wat is de rol van de mens? Dat voel je heel sterk. De rol van de mens wordt hier bevraagd. 

Bram: Ja, dat klopt. Ik vind het in mijn werk heel fijn om soms even de dingen centraal te stellen en me te verbinden met de tijd van dingen, zoals je soms in een huis bent en je even kan voelen van dit huis is al een paar generaties oud. En die muur heeft al zoveel mensen voorbij zien komen of die stenen zijn uit materiaal, wat al zo oud is. En dat geeft mij een heel rustgevend gevoel, omdat het ook een gevoel van vergankelijkheid geeft die voor sommige mensen angstaanjagend is en voor sommige mensen juist rustgevend. En voor mij is het rustgevend. 

Fang: De eeuwigheid. 

Bram: De eeuwigheid. Dingen waren er voor mij en dingen zijn er na mij. En dus ook: dingen zijn er voor de mens, en zijn er ook na de mens straks. Dus dat relativeert enorm en verwondert tegelijkertijd. Dat besef. 

Fang: Ja, dat de rol van de mens een beetje kleiner wordt. Ja, dat voelde ik ook heel sterk bij de voorstelling. 

Bram: Ja mooi! 

Fang: Wat ik ook heel erg mooi vond en dat komt volgens mij ook terug bij je andere werk. Die objecten, die worden echt bezield bijna. En ik moest denken aan, ken je het animisme vanuit Japan? 

Bram: Ja, van het toekennen van geesten aan objecten. 

Bram: Ja, is het daarvan? Ben je daardoor geïnspireerd? 

Bram: Nee, het is wel een lijn waar ik achter ben gekomen. Door mijn werk heb ik dat ontdekt. Maar bij mij komt het echt gewoon vanuit een heel kinderlijk verlangen om achter een soort mysterie achter objecten te komen. Dus ik vind het soms heel bijzonder dat deze tafel, waar we nu aan zitten, dat die bestaat. En als je erover nadenkt, wow, dat bestaat uit allemaal atomen die het bij elkaar houden en daar beweegt alles in. Dat is zo immens wat er in zo'n tafel ja gebeurt, qua mysteries. Dat gaat veel verder dan ons menselijk leven. En wij bestaan ook uit diezelfde onderdeeltjes. Wow, hoezo zijn wij dan zo anders dan deze tafel. Vanuit dat mysteriegevoel, dat probeer ik eigenlijk te vangen door een plastic zeiltje magisch te maken. 

Fang: Daar herken ik wel. 

Bram: Ja? Wat herken je er dan in? 

Fang: Wat je zegt over bijvoorbeeld een tafel of een boom of een wolk, dat die eigenlijk bestaan uit allemaal cellen en die cellen die zijn levend. Net zoals jij en ik uit die cellen bestaan. Dat is een soort samenhang ofzo, die ik dan heel erg mooi vind, dat we niet zo heel erg verschillend zijn van die boom of die wolk en die structuur en die weefsels van die cellen,  die komen ook vaak terug in mijn tekeningen en in mijn schilderijen. 

Bram: Of staan zelfs centraal? Toch? Of is dat niet zo? Zie ik dat maar als buitenstaander? 

Fang: Ik denk dat mensen vaak al de associatie krijgen met cellen. Maar wat ik dan ook interessant vind, is dat het behalve alleen cellen zijn, dat je dan in de sfeer, als je dan naar m'n werk kijkt, dat je dan ook iets heel groots voelt, zoals het universum. Dus aan de ene kant van de ervaring, alsof je door een microscoop kijkt en te tegelijkertijd het gevoel van: hé, we zijn in het universum. Precies dat punt, dat probeer ik te bereiken. 

Bram: Ja, nou, dat lukt volgens mij wel. Omdat je niet weet of het de structuren zijn. Soms zie je van die wetenschappelijke sterrenstelsel plaatjes met van die zwaartekrachtstromen. Ik kan het niet goed verwoorden nu, maar dat zijn ook van die strengsels, die herken je natuurlijk ook in microscopisch beelden. 

Fang: Ja, van die krachtvelden en verbindingen, of ze nou zichtbaar zijn of onzichtbaar. 

Bram: En dan vraag ik me af, de titels van je werk, je geeft hele eigenlijk poëtische en menselijke titels. Die gaan vaak over hoe je in het leven staat, misschien? Of dingen die je opvallen gewoon? 

Fang: Ze zijn soms wel filosofisch van aard, maar ze zijn ook een beetje, ik vind het ook leuk om er een beetje humor in te gooien. Soms zijn het inside jokes. 

Bram: Wat is de functie van die titel voor jou, voor je werk? 

Fang: De functie van een goeie titel aan het werk in plaats van een hele neutrale titel bedoel je?. 

Bram: Nou, je had het ook de strengsels kunnen noemen. 

Fang: Maar dat vind ik zo droog. 

Bram: Ja, heel goed. Maar waarom deze titels? 

Fang: Nou bijvoorbeeld, nu ben ik bezig met een hele lange reeks schilderijen en die heten ‘Welkom in het huis van grootmoeder spin’. En dan staat daar achter nog een tweede titel. Tussen haakjes vaak. Je geeft de toeschouwer nog iets extra zo. Of die neem je dan een beetje zo aan de hand, als een soort handreiking om in die belevingswereld te stappen. Dat wil ik dan de toeschouwer graag geven. Daarnaast vind ik het ook gewoon oprecht heel erg leuk om die titels te bedenken. 

Bram: Ja, dat blijkt wel, want ze zei echt allemaal anders. En ook allemaal kleine wijsheden. Ik kan me er eentje herinneren, ‘dit is m'n dag niet’, of zoiets of nee, ik herinner het me niet meer goed. Maar zoiets heel normaals en wat er dan toch met mij als kijker gebeurt, is dat ik daar toch iets in ga herkennen. 

Fang: Iets menselijks? 

Bram: Nou, in al die abstracte figuren, dat ik dan toch denk van ‘ohja, ik snap het, ik snap deze structuren bij die titel’. Terwijl die zo twee totaal verschillende werelden zijn voor mij. 

Fang: Verschillend? 

Bram: Ja, omdat het zo'n totaal ander medium is. 

Fang: Ja. 

Bram: Woord en en schilderkunst. 

Fang: Voor mij voelt dat namelijk niet zo.  

Bram: Dat vind ik interessant, omdat als ik zelf een titel voor jouw werk zou moeten verzinnen, zou ik totaal ergens anders uitkomen.  

Fang: Het zijn nooit echt titels van wat je letterlijk ziet. Het is wel allemaal metaforisch. 

Bram: Of op gevoelsniveau.  

Fang: Inderdaad, vanuit de filosofie ook vaak ja en kleine grapjes. 

Bram: Even een bruggetje maken naar het volgende onderwerp. Ik vroeg me nog één ding af, want ik ben nooit in Japan geweest. 

Fang: Precies! Dat wilde ik net nog vragen. 

Bram: Hoe is jouw relatie met China? Ben je daar wel eens geweest? En dan was mijn volgende vraag alvast: voldeed dat dan aan je verwachting? 

Fang: Oeh, verwachtingen. Ik ben daar geweest toen ik 22 was. Toen was ik daar voor het eerst. Nou eigenlijk al de ervaring om in dat vliegtuig te stappen en opeens omringd te zijn met allemaal Chinese mensen, daar begon het eigenlijk al, want dat had ik dus nog nooit meegemaakt. Want als we ook nu hier zitten, ik ben me ervan bewust dat ik er anders uit zie dan jij. Maar toen opeens was ik allemaal omringd door Chinese mensen en toen kon ik voor het eerst in mijn leven inblenden en dat was zo'n fijne, rustgevende, aparte ervaring. 

Bram: Ja, dat is super interessant, omdat dat iets is wat ik me helemaal niet kan voorstellen. 

Fang: Als jij nou naar China zou gaan. 

Bram: Ik kan het tegenovergestelde meemaken. Maar nooit meer zo bewust de fijne ervaring van inblenden, omdat die mij natuurlijk super gewoon is. Ja, dat is iets waar ik maar nooit bewust van ben. 

Fang: Dat is denk ik een een dingetje als je een een minderheid bent hier in Nederland, dan is dat gewoon. Ik merk dat wel bij iedereen die ik tegenkom, die vanuit meerdere culturen of die biculturaliteit dan met zich meedraagt. Op de een of andere manier moeten we ons allemaal daartoe verhouden. Hé, ik zie d'r anders uit, ik kom van een andere cultuur, met andere normen en waarden. Maar ik zit hier tussen allemaal witte mensen die zich op een bepaalde manier gedragen, die voor mij af en toe een beetje vreemd is. Moet ik me aanpassen? Moet ik me niet aanpassen? Maar als ik me niet aanpas, dan val ik buiten de groep. Dat zijn van die vragen waar ik bewust, maar ook veel onbewust, mee bezig ben. Ja. 

Bram: En komt dat ook terug in je werk? 

Fang: Nou, ik heb wel, tijdens of net voor de coronacrisis, naast m'n schilderen ook een maatschappelijk project georganiseerd met Aziatische kunstenaars, ook om Zuidoost-Aziatische kunstenaars met die oorsprong, om de zichtbaarheid daarvan te vergroten in Nederland.  Want de coronacrisis heeft wel veel vragen opgeroepen ook omdat tijdens die crisis was het racisme en discriminatie naar Aziatische mensen, naar Chinese mensen toe, was vergroot. Er was ook opeens veel meer geweld. Dus het was ook een heel actueel onderwerp op dat moment. Dus toen zijn we met een paar kunstenaars bij elkaar gekomen om dat project dan te organiseren, omdat we eigenlijk alledrie zoiets hadden van ‘maar waar is onze representatie dan?’ Want wij zitten hier ook in Nederland, maar eigenlijk worden wij heel slecht gerepresenteerd in de maatschappij. 

Bram: Bedoel je als kunstenaars zijnde of als Aziatische mensen?  

Fang: Allebei, want ik bedoel: hoeveel Aziatische kunstenaars zie je hier in de Nederlandse musea hangen? Maar ook als groep, zeker. Die zichtbaarheid om die te vergroten is belangrijk. Want weet je, als je niet gerepresenteerd wordt in de samenleving, wat ik zelf dan heb gemerkt, dat je dan eigenlijk het gevoel hebt alsof je bijna niet bestaat, want je ziet jezelf niet gerepresenteerd in je omgeving. 

Maar om een bruggetje te maken naar TalentHub. jump! heeft me wel goed begeleid tijdens dit project dat ik aan het organiseren was. Dat vond ik wel heel erg fijn. Ik had bijvoorbeeld nog nooit subsidie aangevraagd. Ik weet niet hoe dat met jou zit, maar dat kregen wij echt niet geleerd op de academie. En ja, toen had ik opeens het plan van oké, ik ga dit project opzetten, ik ga geld vragen bij de gemeente. En toen werd ik daar gelukkig in begeleid. En uiteindelijk de subsidie ook gekregen, dus daar ben ik wel heel dankbaar voor.  

Bram: Dat er die basis is voor je en dus dat ze je ook met je grotere doel voor zichtbaarheid dat ze je daarin versterken of daarin meehelpen. 

Fang: Met de zichtbaarheid? 

Bram: Nou, als basis om jezelf zichtbaarder te maken en het project waar je net over vertelde. 

Fang: Hoe heeft PLAN jou weten te begeleiden in die vier jaar? 

Bram: Ik heb heel veel rust en ruimte gekregen door de middelen en door de speelplekken die ik kreeg aangeboden. Ja, een voorstelling moet ook ergens gespeeld worden. Dus waar je gewoon een presentatiemoment hebt. Die hebben me enorm geholpen om tot nieuw werk te komen en om zelf te ontwikkelen en om nieuwe samenwerkingen aan te gaan. En daarvoor is ook geld nodig en dat heb ik ook gekregen en dat is gewoon heel fijn. Ja, om tijd voor jezelf in te ruimen om aan de slag te gaan. Ik denk niet dat waar ik nu ben, in mijn werk, de voorstelling die ik nu heb kunnen maken met zoveel mensen en zoveel organisaties, wat daarachter zit en zoveel tijd, gewoon een jaar bezig zijn met een voorstelling, dat had niet zonder de steun van PLAN en dus TalentHub gekund. 

Fang: Om op die grote schaal dan iets te organiseren? 

Bram: Maar ook het vertrouwen. Ik heb veel meer mijn eigen makerschap leren kennen. Ik ben begonnen bij PLAN en ik snapte nog echt niet wat ik deed. Ik vond het object interessant en om die met robotica vol te stoppen zodat ze begonnen te bewegen. Maar ik snapte niet wat het betekende, wat het was, wat mijn werkproces is. Ik heb een achtergrond in theater, maar dat is een totaal ander werkproces, wat veel meer richting een beeldende kunst werkproces gaat. Al dat soort dingen heb ik kunnen leren door tijd, waardoor ik nu met veel meer vertrouwen ook leiding kan geven aan een werkproces, omdat ik snap hoe ik werk. 

Fang: Maar heeft PLAN daartoe geholpen om meer bewust te worden van wat je eigenlijk belangrijk vindt in je werk? 

Bram: Dat heb ik eigenlijk zelf gedaan. Ja, ze hebben tijd, geld, presentatiemomenten, maar ze laten ook veel over, vind ik, aan het  toeval. Ze geven me het vertrouwen, maar ik moet het natuurlijk helemaal zelf doen. En ik merk ook dat dat echt veel is wat je zelf moet doen. Heel die artistieke weg, maar ook de financiële weg en daar komt ook zoiets bij als netwerken of een netwerk onderhouden of het regelen van hoe je werk zichtbaar wordt. Ik denk dat er soms wat meer uit te halen is vanuit de organisatie gezien om het iets minder toevallig te maken. Of dat, als ik uitstroom uit PLAN, dat ik ook echt in dit landschap wat een heel mistig landschap is, waar ik nog steeds niet helemaal achter ben, hoe het precies werkt, dat ik daar niet door het ijs zak, zo na PLAN. En soms mis ik wel, die gedeelde verantwoordelijkheid daarin. Ik snap dat ik het steeds opnieuw moet initiëren, alle vragen die ik heb, alle zoektochten die ik heb, maar het zou soms ook fijn zijn als ze echt vanuit de andere kant zouden komen. Maar dat zijn sowieso de vragen die ik heb bij al die top down structuren. Die zijn super mooi, want van boven wordt er geld gegeven en we hebben een gebouw, daar mag je best komen repeteren. Dat is hartstikke mooi. Het is soms ook eenvoudig en wat veilig vanuit die toplaag om dat te kunnen bieden.  

Fang: Je wilt meer begeleiding, verantwoordelijkheid, betrokkenheid dat je d'r niet helemaal alleen voor staat. 

Bram: Ja. 

Fang: Ja, ik begrijp wat je bedoelt. 

Bram: Maar dat is dat mijn persoonlijke ervaring. En hoe is dat bij jou? 

Fang: Ik heb dat natuurlijk ook gemerkt en ik heb ook deze mening die jij hebt ook wel gehoord. Ik vind het zelf persoonlijk best wel fijn als zo'n organisatie me heel erg vrij laat. Jij noemt het dan aan het toeval overlaten. Ik zie het dan meer van doe je ding. Ik ga daar eigenlijk wel heel erg goed op. Ik zou het echt niet trekken bijvoorbeeld als er iemand is die me dan te veel wil sturen, of je moet meer dit of je moet meer dat. Geef me maar alle vrijheid en ga helemaal goed daarop. Ja, dus voor mij was het eigenlijk wel ideaal. Inderdaad, wij kregen ook expositiemogelijkheden. Wij konden bij museum Jan Cunen exposeren en op de KunstRAI hebben we gestaan. Dat was echt super fijn, want uit jezelf is dat wel lastig om daar dan terecht te komen. Erg fijn dat dan die plekken en die expositiemomenten dat daarvoor gezorgd werd en dat de mogelijkheid werd geboden om alles waarin je je wil ontwikkelen, residency’s, studies, dat die mogelijkheid er gewoon was. Dus ik heb er eigenlijk wel veel uit kunnen halen, juist door dat overlaten aan toeval of veel vrijheid geven. 

Bram: Ik denk dat mijn zoektocht inderdaad op dat ondernemersgebied zit en niet zozeer op het artistieke gebied. Omdat het theaterlandschap soms echt om een grotere organisatie vraagt dan ik in m'n eentje. Ja, en daar heb ik gewoon geen kaas van gegeten. Maar hé, Fang, heb jij nog een goeie laatste tip? 

Fang: Nou, ik had nog wel bedacht, Bram wil je nog iets super absurds over jezelf kwijt om dit gesprek af te sluiten?  

Bram: Jeetje, nou ja, iets wat ik heel lang geheim heb gehouden, maar nu steeds meer vertel, dat het mijn grootste droom was vroeger om goochelaar te worden. En ik heb ook heel lang als goochelaar opgetreden. Tot begin twintigste. Dat was echt mijn grootste passie. En ik denk eigenlijk dat mijn makerschap nog steeds hetzelfde is. Alleen nu laat ik de truc wat vaker zien. Ik weet niet of dit heel absurd is, maar het is wel iets wat ik heel lang niet heb durven vertellen.  

Fang: Een magisch einde! 

Outro: Deze podcast werd gemaakt door Aswin Baaijens, in opdracht van Kunstloc Brabant. Wil je meer weten over de ontwikkeling van toptalent in de professionele kunsten in Brabant? Check dan www.talenthubbrabant.nl